Aanpak Corona is nu ”Chefsache“

Voorzitter. Ook onze fractie onderschrijft geheel uw inleidende woorden over de kracht van het woord. “Iedereen gaat over zijn eigen woorden, maar woorden hebben consequenties.” Dat zei ik in april 2019 in een niet onopgemerkt gebleven interview in NRC Handelsblad. Dat woorden consequenties hebben, hebben we deze week ook in Washington kunnen zien.

Voorzitter. Juridisch paniekvoetbal; een andere benaming kan onze fractie niet bedenken voor de voorliggende wetswijziging van de Wet publieke gezondheid, die nu met bloedspoed door de Tweede en Eerste Kamer wordt gejast, nadat minister De Jonge op oudejaarsdag een forse tik op de vingers kreeg van de rechtbank Den Haag. Helaas is dit symptomatisch voor het totale gebrek aan regie en de constante afwezigheid van proactief beleid bij het kabinet-Rutte/De Jonge met betrekking tot de bestrijding van het coronavirus; dat is ook al gememoreerd door andere partijen. De heer Backer van D66 had het over “ijshockey spelen met meerdere pucks”. Dat deed mij meteen denken aan het bekende gezegde van de ex-ijshockeylegende Wayne Gretzky, die deze wijsheid debiteerde: “I skate to where the puck is going to be, not where it has been”. Dat motto zouden minister Hugo de Jonge en zijn kabinet wat ons betreft boven hun bed moeten hangen, want dat is eigenlijk wat hier continu fout gaat: men holt continu achter de feiten aan in plaats van vóór de curve te komen.

Voorzitter. De graagte waarmee minister De Jonge aanschuift bij talkshows om ons met veel woorden weer eens uit te leggen dat het allemaal geweldig gaat en dat alles onder control is, is helaas omgekeerd evenredig met zijn enthousiasme om in deze Eerste Kamer verantwoording over zijn beleid af te leggen. Liedjes zingen in All you need is love, daar kun je de minister altijd voor wakker maken, maar een uitgeslapen beleid om met vooruitziende blik de juiste maatregelen te nemen en om die maatregelen vooral ook tijdig te nemen, lijkt steeds maar weer niet te lukken, om nog maar te zwijgen over het huidige vaccinatiefiasco.

Voorzitter. Waar is de minister-president in dit alles? Merkel heeft de leiding in Duitsland en Boris Johnson heeft de leiding in het VK, maar het enige management van de minister-president in de coronacrisis lijkt eruit te bestaan om de problemen vooral van zijn eigen bord af te managen: een leider die weigert de leiding te pakken, terwijl de coronacrisis nu meer dan ooit chefsache is.

Voorzitter. De minister van VWS stuurde ons een brief met het verzoek om deze spoedwetgeving zo snel mogelijk door de Eerste Kamer te krijgen, maar weigert nu naar de Eerste Kamer te komen en bij deze behandeling aanwezig te zijn. Daar heeft onze fractie vanochtend in de gecombineerde commissievergadering dan ook bezwaar tegen aangetekend. Ik zag net dat dit bezwaar ook in het eindverslag is opgenomen.

Voorzitter. Binnenskamers en in deze Eerste Kamer heb ik al vaker bij het kabinet kenbaar gemaakt dat de kwaliteit van de wetgeving steeds vaker zorgwekkende vormen aan begint te nemen. Het lijkt soms wel alsof de ministeries niet meer over voldoende goede wetgevingsjuristen beschikken. We zagen dit bij de PAS, de stikstofwetgeving, de Omgevingswet, de Wet fusietoets voortgezet onderwijs en de omstreden coronaspoedwet, om er maar een paar te noemen. Het begint een patroon te worden. Dat is volgens mij ook al opgemerkt door de heer Janssen van de SP. Dat patroon dat we hier zien is zeer zorgelijk. Wat onze fractie betreft ligt hier een taak voor de minister van Justitie en Veiligheid om dit snel en daadkrachtig aan te pakken en de kwaliteit van de wetgeving drastisch te verbeteren.

Zoals ik bij de behandeling van de coronaspoedwet ook al zei, komt onze fractie na anderhalf jaar in deze Eerste Kamer steeds meer tot de conclusie dat de toetsing van de kwaliteit van de wetgeving in deze Eerste Kamer ondermaats is. Als wij als Eerste Kamerleden weigeren ons werk goed te doen of daartoe niet in staat zijn, dan kunnen we de Eerste Kamer misschien beter vervangen door een constitutioneel hof dat de wetgeving gaat toetsen aan de Grondwet. Wij zijn immers geen stempelmachine voor het kabinet-Rutte.

Dan kom ik op een aantal aspecten van de voorgestelde wijzigingen in de Wet publieke gezondheid. De rechtbank Den Haag oordeelt in zijn vonnis van 31 december 2020 over een Nederlander die vanuit Zanzibar terug wil keren naar Nederland: “De conclusie moet daarom reeds luiden dat eisers zich met recht erover beklagen dat zij tegen hun wil gedwongen worden een PCR-test te laten afnemen. Voor een dergelijke plicht geldend voor een Nederlandse onderdaan die wil terugkeren naar huis, is een deugdelijke wettelijke grondslag nodig en die ligt niet besloten in artikel 53 of 54 Wet publieke gezondheid.” Het oordeel van de rechter dat Nederlandse onderdanen niet zonder wettelijke grondslag de toegang tot Nederland kan worden geweigerd, was toch te voorzien? Onze vraag aan de minister is dan ook hoe hij zoiets elementairs over het hoofd heeft kunnen zien bij deze wetgeving.

Een andere vraag die meteen bij ons opkwam was: hoe doen andere landen dit? Wat onze fractie betreft wordt er in de aanpak van de coronacrisis door het kabinet-Rutte veel te weinig gekeken naar andere landen die overal ter wereld met dezelfde problemen kampen als wij in Nederland. Het lijkt soms wel alsof Nederland in splendid isolation alles eerst op eigen houtje wil uitvinden. Via proefondervindelijk leren en met vallen en opstaan past het kabinet het beleid met horten en stoten aan. Wat we nu zien is een realtime benchmarking van het Nederlandse beleid met de rest van de wereld. Wat ons betreft is het rapportcijfer voor het kabinet-Rutte/De Jonge tot op heden een vette onvoldoende.

Voorzitter. Dan kom ik op het punt van de delegatie. De Raad van State merkt op dat in het voorgestelde vierde lid van artikel 58p eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de test. Er is hier sprake van een zogenoemde facultatieve delegatiebepaling. Met andere woorden: er wordt een beetje opengelaten hoelang van tevoren de test moet worden gedaan et cetera. Zoals de Raad van State ook opmerkt is vooral de termijn waarbinnen de test moet zijn uitgevoerd ten opzichte van binnenkomst in Nederland van groot belang, zeker met de meer besmettelijke Britse virusvariant die nu ook in Nederland en andere delen van de wereld begint toe te slaan. Dit is essentieel voor deze wet om effectief te zijn, aldus de Raad van State. En dat lijkt ons ook. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert daarom te kiezen voor een minder vrijblijvende en imperatieve delegatiebepaling. Wat gaat het kabinet doen met dit advies van de Raad van State? Wij zien uit naar de beantwoording van de zijde van het kabinet.

Dank u, voorzitter.